Oversteek van Lelystad naar Oslo

Voorbereidingen en de eerste oversteek…

Op zaterdag 6 juli begon dan eindelijk de vakantie waar we al zolang naar hebben uit gekeken. En dan bedoel ik niet het gewoon uitkijken naar de zomervakantie zoals iedereen dat doet en zoals wij ook ieder jaar toe waren aan vakantie. Nee, deze vakantie zou anders zijn. Al lang kijken we uit naar het moment dat we in onze eigen boot de vakantie konden beleven. En ook het moment dat we met ons eigen schip de zee op konden om nieuwe plekken te ontdekken en te ervaren hoe Eva zich gedraagt. En hoe wij ons gedragen natuurlijk. En nu is het dan eindelijk zover.

Boodschappen

Voorafgaand aan deze vakantie hebben we wel wat voorbereidingen gedaan. Zo dachten we na over hoeveel en welk eten je meeneemt als je een paar weken op zee zit. Niet dat dat nu aan de orde is, maar om volgend jaar midden op de Atlantisch Oceaan te ontdekken dat we toch liever of beter iets anders hadden meegenomen, dat is ook jammer. We gebruiken deze vakantie daarom ook om ‘uit te proberen’ hoeveel en welke fourage handig is om mee te nemen. Om een beetje de hoeveelheden te kunnen bepalen heb ik ingeschat wat je in twee weken eet. Bijvoorbeeld 3x pasta en saus in 2 weken. In 4 weken, dat is makkelijk, is dat dus 6x pasta. Als je bedenkt hoeveel gram pasta je per keer gebruikt en hoeveel saus,  kun je zo uitrekenen hoeveel je mee moet nemen. Zo gezegd, zo gedaan… Zo leek het. Maar bij het bestellen van de boodschappen bekroop me toch het gevoel dat we onszelf wel erg aan het vastpinnen waren. Spontaan bedenken wat je eet, gebruik maken van wat je in de plaatsen waar je komt kunt kopen, is ook wel erg fijn en leuk. De boodschappen werden uiteindelijk een soort compromis: genoeg om een maand te kunnen eten, maar niet helemaal uitgestippeld. En zo stapten we zaterdag aan boord met 13 vouwkratten, 2 boodschappentassen en 3 koeltassen vol etenswaren. Los daarvan nog pakken wijn, trays bier en wat flessen bruisend water.

Een lift vol met etenswaren voor een maand

Nog meer voorbereidingen

Meer zeil- en technische voorbereidingen waren er natuurlijk ook, maar die concentreerde zich minder op de laatste dagen voor vertrek. Zo werd bijvoorbeeld eind juni nog de bimini geplaatst, het zonnescherm boven de kuip. Ben verdiepte zich in alle kaarten die we bij de boot kregen van de vorige eigenaar. Een flinke stapel en vooral ook kaarten van Scandinavië, voor deze vakantie dus heel fijn. Ook het weer en de route werden met qtVlm goed in de gaten gehouden. Met deze app kun je de route die je wilt gaan varen inplannen. De app rekent dan een aantal routes uit en zo kun je zien wat voor weer het onderweg wordt en wat een gunstig tijdstip van vertrek zou zijn. Best handig! Zo zagen we in de dagen voor vertrek al wel dat het een pittige oversteek zou worden. En dat werd het ook…

De avond voor vertrek, Lelystad

Vertrek

De zaterdag hebben we gebruikt om de boot in te pakken. Het is toch steeds weer wonderlijk om te zien hoe gigantische hoeveelheden kruidenierswaren een plaats vinden in een boot. Zo’n Atlantic lijkt welhaast elastisch te zijn. Zondagmorgen vroeg vertrokken we uit Lelystad. Omdat het water tussen Texel en Den Helder flink kan stromen ten gevolge van de getijden hebben we zaterdag al uitgezocht wanneer het hoog en laag water is. We willen net na hoogwater bij Den Oever door de sluis, zodat we stroom mee hebben bij het uitvaren, de Noordzee op. Dat betekent dat we om 14.00 uur ongeveer door de sluis willen. En dat betekent dan weer dat we om 7.00 uur uit Lelystad moeten vertrekken. Brrr.. dat is een vroege start van de vakantie! Maar natuurlijk doen we dat wel. De wekker gaat om 6.00 uur. Omdat het koud is en meteen al goed waait, besluiten we om maar even te beginnen met een ontbijt terwijl we nog in de haven liggen; onderweg ontbijten had ook gekund, maar lijkt ons nu niet zo prettig. Uiteindelijk varen we om 7.30 uur weg uit Lelystad. De tocht over het IJsselmeer verloopt prima, zij het dat we moeten laveren om in Den Oever te geraken. Het is best fris. Met mutsen, handschoenen en thermokleding aan komen we de eerste dag door. Om 14.30 gingen we door de sluis bij Den Oever, het Wad op en vervolgens de Noordzee. Bij Texel hebben we nog even contact met familie en vrienden via Whatsapp voordat de verbindingen verloren gaat. We krijgen nog net mee dat de Oranje Leeuwinnen op het WK met 2-0 achterstaan. Jammer…

Boven Texel. We zijn nog fris en… fris

De eerste nacht op zee

Na de eerste dag volgt logischerwijs de eerste nacht. De zee is meteen al ruw, maar het lukt nog om te koken en gezamenlijk te eten. Na het eten maken we een plan voor de nacht. We moeten de TSZ (Traffic Separation Zone) nog oversteken. Dat is de route boven de Waddeneilanden waar de grote scheepvaart vaart van en naar Duitsland. Een soort snelweg voor de grote vaart, zeg maar. Ik voel er niets voor om dat te doen terwijl Ben ligt te slapen. En dus besluiten we dat Ben en Bas dat stuk de wacht houden en dat Jord en ik gaan slapen. We liggen behoorlijk te stampen op de golven, het waait continu 22-24 knopen uit het Noordwesten, een dikke windkracht 5. Ik begin de nacht in ons bed in de punt, maar dat is niet te doen. We stampen zo dat ik het gevoel heb gelanceerd te worden. Het heeft z’n effect op hoe ik me voel. Ik word behoorlijk zeeziek. Ben is zo lief het bed op de bank voor me in orde te maken. Hij maakt daarvoor een zogenaamd slingerzeil bij het hoofd- en voeteneind vast. Het voorkomt dat je uit bed kunt vallen. Het is een smal bed met kussens en dat is comfortabel, omdat je dan niet al te erg ligt te rollen.

Onze onvolprezen zeekooi, gevuld met kapitein

Ondertussen vaart Ben ons door de nacht en steekt de TSZ over. De hele nacht varen we op enkel gereefd grootzeil en kluiver, zo’n 50 graden aan de schijnbare wind. De windvaan stuurt en doet het -voor ons- verrassend goed. We hebben eigenlijk nog niet eerder ervaringen opgedaan met zo’n zelfstuur, maar het gaat geweldig. Het blijft niettemin fris en het is lastig om wakker te blijven. Wat me opvalt is dat het geweld buiten niet echt binnendringt naar binnen. Natuurlijk merk je binnen wel dat er wat aan de hand is, maar afgezien dat je af en toe met geweld van een golf af dendert en flink schuin gaat, is het binnen relatief rustig.  

Als het weer licht wordt neem ik de wacht van Ben over. Het is guur en pittig weer: het waait een stevige windkracht 5 en het is koud. Regelmatig komt er een golf over. Golven kunnen heel nieuwsgierig zijn en komen zelfs af en toe ín de zo beschutte wachthokjes kijken. Je kunt dus ook in de beschutting nat worden. Kortom, niet echt prettig weer voor een oversteek. Achteraf, nu ik dit schrijf, kunnen we zeggen dat het een goede test was en dat we veel hebben geleerd. Over ons schip en ook over onszelf.

Pittig zeilen

De rest van de tweede dag blijft onrustig. Ben kan gelukkig wel goed slapen in de zogenaamde zeemanskooi (het bed op de bank). Ook Jord, Bas en ik doen steeds kleine dutjes. We zij heel blij met de AIS (Automatic Identification System, een systeem dat beroepsschepen verplicht en pleziervaart facultatief hebben en dat continu locatie, snelheid, koers en informatie van het schip uitzendt). We kunnen daarop alle schepen die in de buurt zijn zien. Gecombineerd met ook iedere 10/20 minuten om je heen kijken, kun je zo op zee goed in de gaten houden of er andere schepen zijn. Uiteraard zijn er altijd mafkezen -ook vrachtschepen of vissers- die zonder AIS varen, maar daarvan zijn we er ’s nachts maar twee tegengekomen. Gelukkig voeren ze wel verlichting. Ook aan het einde van de tweede dag lukt het om te koken. Pasta met saus lukt bijna altijd en gaat er ook altijd wel in.

Zonsondergang op zee. Het blijft een feest om naar te kijken.

De tweede nacht

Deze nacht houden we hetzelfde ritme aan als de eerste nacht. Ben de uren in het donker, ongeveer van 23 tot 6 uur. De andere uren houd ik de wacht als Ben slaapt en als hij wakker is doen we het samen. Wij hanteren dus niet een strak op en af schema. Bij eerdere oversteken (naar Denemarken) deden we dat ook zo. Ons bevalt dat prima. Wij voelen ons hierbij goed en fit. Dat is het belangrijkst natuurlijk. Ik denk ook dat dat ons advies is aan iedereen die mogelijk ook een oversteek gaat doen: vind hierin je eigen ritme, houd niet strak vast aan wat moet of nu eenmaal zo hoort. Het belangrijkste is dat je beiden fit blijft. Hoe, dat is voor iedereen anders. Vind je eigen weg.

De tweede nacht is nog pittiger dan de eerste nacht en begint meteen al heftig. Er staat nog steeds een Noordwester van 25 tot 32 knopen windkracht 6 en soms 7; het is druk om ons heen, vooral veel vissers en grote zeeschepen. Een zeeschip lijkt op ‘ramkoers’ met ons te liggen. De ervaring leert dat dat goed komt en met een kleine koerswijziging een aanvaring voorkomen kan worden. Want die ellende zitten we natuurlijk niet op te wachten. Dit keer kan ik op de AIS zien dat we op ramkoers blijven liggen. Ik maak mijn lijn, waarmee ik vast zit aan de boot en die vast is gehaakt aan mijn reddingsvest, daarom vast aan het oog bij het roer. Nu kan de windvaan stuurinrichting losgekoppeld en stuur ik zelf. Zo heb ik het toch iets meer in de hand en kan ik sneller reageren. Uiteindelijk wijk ik voor de zekerheid iets uit, maar misschien was het niet nodig geweest.

Ben is inmiddels wakker geworden en maakt zich klaar voor de nacht: thermo ondergoed, zeilkleding, laarzen, muts… het is flink inpakken voor de nacht. Op dat moment ziet Jord, die nog met mij buiten is, dat onze bijboot, Evita, die ingepakt op het voordek ligt vastgesnoerd van boord lijkt te glijden. Hij twijfelt geen moment, maakt zijn veiligheidslijn aan de looplijn vast om naar voren te kunnen “lopen”. Een looplijn ligt op de boot helemaal van voren naar achteren, zodat je je over de boot kunt verplaatsen als dat nodig is en toch aangelijnd kunt blijven. Handig voor dit soort situaties. Lopen schrijf ik niet voor niets tussen aanhalingstekens. Er is niet echt spraken van lopen. De golven zijn meters hoog, soms storten we naar beneden van een golf af en dat geeft een flinke klap. Ook hebben we brekers die op de boot breken. Daar word je wel nat van… Jord doorstaat alles en min of meer lopend komt hij op het voordek aan. Het lukt hem om Evita aan dek te houden.  Samen met Ben die inmiddels ook is aangekleed, aangelijnd en naar voren is “gelopen”, wordt Evita weer provisorisch vastgelegd. Jord, zonder zeilbroek, is doorweekt tot op de laatste draad van z’n onderbroek, maar Evita is wel gered! Na deze actie gaan Jord en ik naar bed. Ik zet nog even thee en maak een soepje voor Ben, zodat hij iets warms heeft voor de nacht. De wind zet deze nacht een tandje bij en komt regelmatig boven de 30 knopen. We schieten wel lekker op zo, want we varen lange tijd ruim 9 knopen, wat zo’n beetje de max is voor Eva. Ik vraag me wel steeds af wat er wanneer stuk zal gaan. De krachten die op het schip werken zijn gigantisch. Afgezien van het weer gebeurd er niet veel. We zitten op een rustig stuk Noordzee waar je soms een visser, een boorplatform of een windmolenpark ziet, maar heel spannend is dat zeker niet.

Water binnen

Om in de kajuit en de hutten een beetje frisse lucht te houden staan er aan dek zogenaamde doradeboxen. Dat zijn eigenlijk gaten in het dek die door slimme schotjes wél de lucht doorlaten, maar niet het water. Zo’n doradebox heeft ook zo z’n grenzen. Tijdens de eerste twee nachten hebben we regelmatig flinke golven over dek gekregen. Elke golf die over het schip kwam wist haarfijn de ingang van zo’n box te vinden. Zo kregen we met regelmaat wat water binnen in de kajuit. Geen liters, maar wel irritant, omdat het zout water is en zout gaat overal inzitten, sloopt alles en maakt alles plakkerig en klam. Onze LED verlichting kan er ook niet zo goed tegen; een lamp springt spontaan aan en gaat op rood. Daar moet wat op gevonden worden. Al piekerende over een oplossing schiet me te binnen dat we hier al een oplossing voor aan boord hebben. Het probleem heeft zich ongetwijfeld al eerder voorgedaan, dus heeft de vorige eigenaar daar al iets voor -laten- fabrieken. De laatste nacht hebben we dus met afgesloten doradeboxen gevaren. Inmiddels zinloos, want de golven hadden het ook al opgegeven.

Wat een verschil

De volgende ochtend, het is inmiddels dinsdag, begint met nog steeds guur weer. Weliswaar geen regen, maar ik heb het meteen al koud, zelfs met thermo ondergoed, en het waait nog altijd flink. Ben haalt de kluiver weg en zet de kotterfok op. Qua snelheid maakt dat nauwelijks verschil, maar we maken minder heftige bewegingen en liggen wat rechterop. Hij had dat al eerder willen doen, maar het is geen actie om in je eentje in het donker te ondernemen. Na een uurtje of twee komt de zon door en op het plekje achter het roer, waar de zon al langs het zeil schijnt, kan ik me warmen aan de zon. Heerlijk zeg! Ook wissel ik de fokken maar weer. Dat gaat gemakkelijk met dit rustige weer. De rest van de dag wordt het eigenlijk steeds beter weer. Jord en Bas zetten zelfs nog de bimini op, voor een uurtje of twee. Ik bak brood en ik dweil zelfs nog de vloer (die wordt snel plakkerig van al dat zoute water). Ben slaapt heerlijk deze dag. ’s Avonds eten we soep en eigen gebakken focaccia, aan de tafel buiten in de kuip. Het lijkt wel een mooie zomeravond. Misschien hoort daar een wijntje bij, maar dat doen we nooit tijdens het varen. We hebben een strikt aanlijn- en alcohol beleid voor als we buitengaats zijn. Na het eten gaat Ben nog even terug naar bed, zodat hij weer fit is voor de nacht. En dan… zien we dolfijnen! Prachtig zeg en wat een cadeautje! Natuurlijk roepen we Ben ook uit bed en we genieten met z’n vieren van dit bijzondere moment. De dolfijnen blijven best een tijd rond de boot zwemmen, zo leuk. Als we zeker weten dat ze er niet meer zijn, gaat Ben nog even terug naar bed. Ook Bas gaat slapen. Hij wil vannacht graag opstaan om de sterren te kunnen zien. Jord en ik blijven samen wakker aan het begin van deze derde nacht. We zien opvallend veel tall ships, van die grote zeilboten met twee of drie masten. Soms tot wel 200 voet lang, ter vergelijking: onze Eva is 43 voet. Op de AIS kunnen we, behalve de maat en de naam van het schip, ook zien wat de bestemming is. De tall ships lijken allemaal als bestemming Fredrikstad te hebben.

Tall ship(s) onderweg naar Fredrikstad

Het laatste stuk

De derde nacht is zoveel rustiger dan de voorgaande nachten. Het stormt niet, Ben begint deze nacht niet alvast koud en nat, zoals de tweede nacht. Nee, deze nacht is het rustig weer. Het is helder en er staat niet te veel wind, max 15 knopen. We hebben inmiddels ook land in zicht. Tegen de tijd dat ik naar bed ga, besluit Jord om nog even samen met Ben de wacht te doen en dus nog op te blijven. Ze genieten samen van deze mooie nacht, hoewel je op deze breedtegraad nauwelijks van een nacht kunt spreken. De schemering gaat naadloos in het ochtendgloren over. Tegen het ochtendgloren gaat Jord naar bed. We zeilen dan nog een uur of twee rustig door tot de wind het opgeeft. Niet de krachten netjes verdeeld, helaas. De motor wordt gestart en al motorzeilend varen we verder het Skagerrak over.

Skagerrak, zonsopgang om 3:34uur

Om 5 uur word ik wakker omdat het licht wordt. Ik wil Ben al gaan overnemen, ik heb geen idee van de tijd… maar Ben moet lachen en stuurt me weer naar bed. Heerlijk toch..?!

Uiteindelijk sta ik om half zeven toch op. Ben en ik ontbijten samen, de jongens liggen nog op één oor. Inmiddels lijkt de wind weer iets aan te trekken en zetten we de motor uit. Dat gaat een uurtje of 2 lekker, maar dan geeft de windmeter een windkracht van 0,0 op… Dat is wel heel weinig. De motor maar weer aan dan. Deze derde dag komen we steeds dichter in de buurt van land. Oslo is echter nog wel een eindje het land in, bovendien hoeven we daar pas in het weekend te zijn (Jord en Bas vliegen vanaf Oslo terug naar Nederland). We besluiten een haven aan het begin van het Oslofjord te zoeken. Omdat we zoveel tall ships naar Fredrikstad zagen gaan, besluiten we die haven maar aan te doen. Een goede keuze, want hier blijken inderdaad alle tall ships te liggen of binnen te gaan komen in verband met de tall ship races. Om 17.30 uur leggen we aan in een haven in Fredrikstad en hebben we weer vaste grond onder de voeten. Na allemaal te hebben gedoucht en nadat we hebben geproost op de geslaagde oversteek, lopen we de stad nog even in en bekijken de tall ships. We eten een pizza in een restaurant aan de kade met uitzicht op een paar tall ships. En zo sluiten we deze heftige, maar óók mooie dagen van de oversteek af. En begint de rest van onze vakantie.

Onze ligplaats in Fredrikstad, Noorwegen