Cursus manoeuvreren

De taakverdeling bij ons aan boord

Bij ons aan boord zijn de taken vrij traditioneel verdeeld. Dat is gewoon zo ontstaan en natuurlijk ook gebaseerd op wat ieder leuk vindt en goed kan. Zowel Ben als ik zijn daarmee helemaal tevreden. Prima dus. Tijdens het varen -en vooral het aanleggen- afgelopen zomer, merkten we dat het misschien toch wel handig zou zijn als ook ik onze Eva netjes in de haven aan de steiger kan leggen of netjes een sluis binnen kan manouveren. Natuurlijk, in een noodsituatie zou ik dat gedaan hebben en zou het vast ook goed gekomen zijn. Maar in de praktijk deed ik dat niet. Ik voelde me er ook onzeker over. Het gaat toch om bijna 14 ton, 43 voet om even netjes tegen de kade aan te leggen. Tijd dus om dit te gaan leren of er in ieder geval ervaring mee op te gaan doen en te gaan oefenen.

Achtergrond informatie

Ik vond het wel fijn om met dat ik ging oefenen ook wat informatie te krijgen over waarom je een bepaalde manoeuvre op een bepaalde manier uitvoert of op een bepaalt moment. Zeg maar: de achtergrond informatie erbij te hebben. Die heb je niet als je gewoon gaat oefenen, bijvoorbeeld op een open stuk water, met je eigen boot. En zo kwam het dat ik op een mooie nazomer zaterdag een cursus manoeuvreren op de motor heb gedaan. De Zeezeilers van Marken bieden zo’n cursus aan in de haven van Amsterdam (en ook in Harlingen). Ja, in de haven, dus tussen de andere boten en met kijkers op de kant. Best spannend dus. Voor meer info: https://www.zeezeilers.nl/cursusaanbod/gevorderden/havenmanoeuvres-op-de-motor.

Vrijdag voor de cursusdag varen we met onze Eva van Lelystad naar de Amsterdam Marina. Een mooi tochtje over een rustig IJsselmeer met de gennaker op. Tijdens de brug- en sluispassage stuurt Ben nog, maar mijn handen jeuken nu al.

Met Eva in Amsterdam Marina.

Bochtjes draaien

Op zaterdagochtend om 9.30 uur werd er verzameld in de haven van Amsterdam, op een boot van de Zeezeilers. Met een groepje van 3 andere cursisten en een instructeur -vandaag was dat Remco- zaten we eerst eens aan de koffie om kennis te maken en de doelen voor deze dag te bespreken. Eigenlijk hadden we allemaal hetzelfde doel: zekerder worden en ook ervaring opdoen in het manoeuvreren van de boot.

Na de koffie begon het echte werk 😊. Aanvankelijk nog met meer eenvoudige oefeningen zoals voor- en achteruit varen, de boot stilleggen en stoppen precies ter hoogte van een andere boot en dat dan wel zo dat de kont van onze boot niet helemaal uitzwenkt. Daarna volgde het maken van bochten en achtjes. Al een stuk lastiger. Mooi om hierin verschillende dingen te ervaren. Bijvoorbeeld dat een bocht, een grotere bocht wordt als je tijdens de draai meer gas geeft. Hoewel je wel snelheid moet hebben om te kunnen sturen en dus gas geeft. Diezelfde bocht kun je veel kleiner maken door de bocht in te zetten en vervolgens de gashendel in neutraal te zetten. Dat is vast een open deur  voor iedereen die vaak op de motor vaart, maar hee, dat was ik niet, dus voor mij was het mooi om dit zo te ervaren en uit te kunnen proberen.

Het zweet stond pas echt in mijn handen toen we bochtjes gingen draaien tússen twee andere boten in, met als ruimte ongeveer 1,5 bootlengte. Hoewel ik het soms zwaar inzag en dacht dat ik vast en zeker een andere boot zou raken, ging het draaien me prima af. Natuurlijk: ‘oefening baart kunst’ dus, voordat wat ík kan kunst wordt… dat duurt nog wel even. Maar zonder schade aan eigen en andermans boot en ook goed beheerst is voor nu een prima resultaat.

Bij iedere oefening staan wij, de cursisten steeds om beurten aan het roer, waardoor iedereen aan beurt komt èn we ook kunnen leren van de ander. De sfeer is goed en we leren zeker van en met elkaar. Het is leuk om dit zo samen te oefenen en te ontdekken met andere mensen die het net zo beleven als ik.

Aanleggen

Na de lunch is het tijd om niet alleen op ‘open’ water de boot op een bepaalde plek stil te leggen maar dit ook bij de kant te doen. Ofwel het aanleggen te oefenen. Spannend!

We beginnen aan een kade waar de wind voor ons van achter komt. Een langswal, zouden doorgewinterde zeilers zeggen. Helaas is de kade waar de wind ons vanaf blaast, ofwel een hogerwal, niet vrij. Daar kunnen we dus niet oefenen. Dat is wél de kant waar je het liefst ligt. Je boot wordt dan niet tegen de kant geblazen, wat zou kunnen leiden tot schade.

Nu dus bij de kade waar de wind op de kont staat. Er wordt ‘achteruit’ ingeparkeerd. Dat gaat eigenlijk het makkelijkst. Ook de lijn achter wordt als eerste aangelegd. De voorkant is veel lichter en dus gemakkelijker bij de kant te krijgen. In dit geval is de wind die van achter komt genoeg om de voorkant naar de kade te laten draaien. Met alleen een achterlijn vast liggen we dan mooi aan de kade. Natuurlijk komt ook hier iedereen aan de beurt en ik ben apetrots dat ik dit schip netjes aan de kade leg.

De windshift van de Zeezeilers van Marken.

Dan is aanleggen natuurlijk nog weer iets anders dan wegvaren. Dat laatst klinkt misschien gemakkelijk, maar is het ook niet. Stel je draait te snel of te scherp naar buiten, dan gaat de kont (of de punt) tegen de kant aan. Dat wil je natuurlijk ook niet. Ook wegvaren van de kade gebeurt dus na er eerst samen over na te hebben gedacht, een stukje instructie en dan oefenen. De ‘truc’ die ik hier leer? De boot ‘in de spring’ varen. Je laat alleen de spring vast zitten, houdt de stootbal tussen wal en schip en vaart voorzichtig achteruit. De boot draait nu, de bal voorkomt dat de boot tegen de kant komt en je kunt vervolgens rustig uitvaren. Helemaal onder controle, ha ha, wie had dat gedacht. Ik vind het een ervaring. Nog even en we hebben de boegschroef van onze Eva helemaal niet meer nodig.

In de spring varen.

De dag sluit ik moe maar tevreden af. Ik heb, behalve ervaring opgedaan, ook veel geleerd, wat Ben en ik ’s avonds onder het genot van een wijntje nog eens doorspreken. Leuk!

Voor het echie..

De volgende dag, zondag, varen we weer van Amsterdam terug naar Lelystad. Ik ga meteen maar achter het roer staan om nog meer ervaring op te doen. Dat zal voor Ben ook wel loslaten zijn 😊. Het is een mooie dag vandaag, met niet al te veel wind. Dat helpt natuurlijk wel. Het afvaren bij de kade gaat prima. Onderweg door Amsterdam, op weg naar de sluis, schrik ik me nog een keer rot van een pont die achter een groot schip tevoorschijn komt. Van schrik zet ik de motor in z’n achteruit. Prima om te stoppen, maar dan niet zo ineens… Dat is niet best voor de schroef. Bovendien, zegt Ben terecht, die pont heeft ons waarschijnlijk wel gezien, of in ieder geval onze mast of AIS signaal, en het wemelt er van de boten. Zo’n pontschipper is ook wel gewend om daar rekening mee te houden. De sluis die volgt gaat gelukkig prima en zeer beheerst. Fijn! Daarna volgt een heerlijke zeiltocht over het Markermeer.

Heerlijk zeilen op het Markermeer.

Overdwars in de sluis

Bij Lelystad mogen we nog een keer door de sluis. Deze keer zit het niet mee. We moeten haasten om de sluis in te komen omdat ie al even open staat, niet fijn. Vervolgens is er eigenlijk maar één geschikt plekje: precies één scheepslengte lang aan de kade, achter een andere boot en precies achter de sluisdeur. De andere boten die al in de sluis liggen zijn kleiner, dus daar gaan we bij voorkeur niet aan liggen. Het plekje is eigenlijk iets te klein, met onze boegspriet steken we iets over de andere boot. Aanvankelijk gaat het allemaal precies, rustig en keurig. Ben pakt de voorlijn en we liggen precies op het plekje. Ik ben echter nog niet zo handig dat ik motor en stuur kan bedienen en tegelijk ook de achterlijn kan doen. En daar gaat het mis, we draaien en liggen op een gegeven moment helemaal dwars in de sluis. Met hulp van boegschroef en iemand op de kant die de lijn aanpakt, komt het wel weer goed. Maar het zweet staat wel weer in mijn handen. En die blikken van die mensen op die andere boten… en aan de kant? Dat waren de blikken van de beste stuurlui!

Na de sluis willen we nog even tanken. Dat kan niet in onze eigen haven, dus moeten we doorvaren naar de Flevo Marina. Dus daar mag ik nog een keer aanleggen. En eerst ons schip nog even keren op een smal stukje. Maar dat trucje ken ik 😊, en het aanleggen gaat dit keer ook goed. Mede ook omdat iemand op de kant ‘mijn lijntje’ achterop aanpakt. Afvaren na het tanken gaat volgens het boekje.

Er zo op terugkijkend en nog samen over pratend komen we tot de conclusie dat Ben beter eerst de achterlijn kan doen en die aan mij doorgeven. De voorkant van de boot is, zeker met hulp van de boegschroef, maar ook omdat deze veel lichter is, veel gemakkelijker bij de kant te krijgen. Een volgende keer gaan we dat maar eens in de praktijk brengen, kijken hoe dat voor ons werkt.